Gemeentelijk potje voor onderhoud bij sportclubs (uit de gemeente Apeldoorn)

Uit de Stentor Apeldoorn van 9 november 2017 door Gep Leeflang

Sportverenigingen met een eigen accommodatie kunnen binnenkort bij de gemeente aankloppen als ze geld nodig hebben voor groot onderhoud.

Als de gemeenteraad groen licht geeft, komt er een fonds met 22 miljoen euro voor leningen en subsidies.

Op de nieuwe sportbegroting wordt geschoven binnen de bestaande budgetten, zegt sportwethouder Nathan Stukker. De huidige subsidies missen hun doel. Of er is geen behoefte aan, of de gemeente heeft het te ingewikkeld georganiseerd. Feit is dat ieder jaar geld overblijft, zegt Stukker, en dat is niet de bedoeling. De gemeenteraad wil ook dat dit verandert.

Het geld dat door de aanpassingen van de gemeentelijke budgetten wél bij de sport terecht komt, moet een andere ambitie van de gemeente helpen waarmaken. Apeldoorn wil namelijk uitgroeien tot een ’comfortabele gezinsstad’. Dat betekent dat kinderen veilig en gezond moeten opgroeien. Vanuit het sportbudget gaat daarom bijvoorbeeld een ton naar leefstijlbevordering en goed eten en drinken. Een ’kwartiermaker’ gaat clubs helpen de omslag te maken naar een ’open vereniging’, waar ouderen bijvoorbeeld terecht kunnen voor een koffieochtend of andere sociale activiteiten.

De grootste omslag wordt het geld dat voor accommodaties beschikbaar komt. Ruim vier ton per jaar wil Stukker daarvoor uittrekken. Dat is de rente die de gemeente moet betalen om in totaal 22 miljoen euro beschikbaar te krijgen. ,,Daarmee kunnen we dan heel veel verenigingen bedienen’’, zegt Stukker.

Dat is geen overbodige luxe, denkt hij. Van de accommodaties waarvan de gemeente eigenaar is , weet hij wanneer de kosten voor onderhoud komen. Van clubs met eigen accommodaties echter niet en de Vereniging Sportraad Apeldoorn heeft dat niet in beeld. Ook zij zullen voor flinke uitgaven komen te staan, denkt de wethouder. Zij moeten subsidie kunnen krijgen of geld kunnen lenen, vindt Stukker.

Kunstgras

Om kunstgrasvelden aan te kunnen leggen zette de gemeente eerder een fonds op waaruit clubs renteloos kunnen lenen. Doordat ze het geld terugbetalen, vult het fonds zich vanzelf weer. Zo zou ook het accommodatiefonds kunnen worden opgezet, waarin het kunstgrasfonds dan opgaat.